Columns
‘Deze column werd oorspronkelijk verstuurd op via de Timtation Nieuwsbrief Deluxe.’
Wat er niet deugt aan Goed en Kwaad
‘Deze column werd oorspronkelijk verstuurd op 26 mei 2021 via de Timtation Nieuwsbrief Deluxe.’
Vrienden van de wijsheid,
Onlangs kreeg ik een mail van trouwe nieuwsbrieflezer Eibert. Om die samen te vatten: Eibert is het vaak met me eens. Maar hij vraagt zich af of daar geen gevaar in schuilt. Namelijk de neiging waar we allemaal vatbaar voor zijn: dat we ons omringen met gelijkgestemden, en dat we vanuit die bubbel zelfgenoegzaam afgeven op anderen. Om Eibert te citeren:
‘Ik merk bij mezelf, en bij anderen, vaak een soort van superioriteitsdenken ten opzichte van bepaalde groepen. We schrijven ze een kwaadaardige intentie toe, of een moreel kompas dat niet werkt. Of we betichten ze van een ondermaats intellect waardoor ze het simpelweg niet goed zien. Ik vraag me af of de wereld daar profijt van heeft en hoe het anders zou kunnen.’
Ik deel Eiberts zorgen voor 100%. Maar dat heb je vaak met gelijkgestemden.
In mijn essay Het leven als tragikomedie schrijf ik het volgende:
‘We vallen nogal eens in de valkuil om een scherpe lijn te trekken tussen Goed en Kwaad. Hierbij plaatsen we onszelf vrijwel zonder uitzondering aan de goede kant van de lijn; aan de andere kant plaatsen we oorlogsmisdadigers, criminelen, terroristen, dictators en bankiers. Het kwaad is iets wat met onszelf weinig tot niets te maken heeft, en alles met de ander, die dan ook ‘keihard moet worden aangepakt.’
Het is een interessant en schijnbaar tegenstrijdig fenomeen. Als we de wereld opdelen in goede en slechte (groepen) mensen, doen we dit vanuit een rechtvaardigheidsgevoel. We hebben het gevoel dat we, door het kwaad te identificeren, een rechtvaardige wereld dichterbij brengen. De ironie is echter dat we daar meestal alleen maar verder bij vandaan raken. Het eeuwigdurende conflict tussen Israël en Palestina is een even tragisch als treffend voorbeeld. Grote groepen Palestijnen als de Israëli’s zien de ander als het absolute kwaad en zien zichzelf daarom gerechtvaardigd geweld te gebruiken; wat het andere kamp weer sterkt in de overtuiging dat ze met het absolute kwaad te maken hebben. Deze wederzijdse overtuiging is voor een groot deel debet aan de uitzichtloosheid van die situatie.
Aan dit soort indelingen van goed versus slecht, slim versus dom, zou ik er nog eentje willen toevoegen. Dit is mijn persoonlijke favoriet: die van wakker versus slapend. Beide kanten van het politieke spectrum lijken namelijk te vinden dat ze zelf de wereld zien met een wakkere blik, en dat de ander ligt te maffen.
Zo noemen links-progressieve mensen zich tegenwoordig vaak ‘woke’. In een speciale aflevering van De Wereld Draait Door over racisme legde een activist uit: ‘Woke betekent wakker. Dat je je eigenlijk heel erg bewust bent van wat er speelt in de maatschappij.’
Aan de andere kant claimt rechts ook heel erg bewust te zijn van wat er speelt in de maatschappij. Zo is er de rechtse omroep Wakker Nederland, en de voormalige slagzin van De Telegraaf: ‘De krant van wakker Nederland’. Verder reppen extreemrechtse mensen vaak van ‘taking the red pill’, een beeldspraak afgeleid van de film The Matrix, waarbij hoofdpersoon Neo de keuze krijgt om door middel van een rode pil uit zijn illusie te ontwaken. En een van de prominente slogans van de Hitler’s Nazi-partij was: ‘Deutschland, erwache!’ (‘Duitsland, wordt wakker!’)
Met andere woorden: ons kamp is wakker, de rest slaapt.
(Persoonlijk zou ik niet weten wat er mis is met slapen. Als je dag in dag uit wakker blijft, ga je de dingen niet per se helderder zien. Sterker nog, zelf zit ik liever in het kamp van de mensen die goed zijn uitgeslapen, dan in het kamp van ernstig slaaptekort. Nachtrust doet een mens goed.)
Ik moet bekennen dat ik zelf ook lange tijd de wereld heb bekeken door een bril van goed en kwaad. Zeker in de tijd dat ik een fanatieke moralist was, begin twintig. (– ‘Wat zeg je nou Tim, was je vroeger nog moralistischer?’ Oh reken maar.) Een boek dat mijn denken op dit terrein heeft doen kantelen is van een moreel psycholoog genaamd Jonathan Haidt. Het gelukkige toeval wil dat dit boek net is vertaald naar het Nederlands met de veelzeggende titel Het rechtvaardigheidsgevoel. Waarom we niet allemaal hetzelfde denken over politiek en moraal.
Om zijn ideeën superkort samen te vatten: dat mensen verschillend denken komt niet doordat er aan de ene kant goede/slimme mensen zijn die gelijk hebben, en aan de andere kant slechte/domme mensen die ongelijk hebben. Waarom dan wel? Een belangrijke reden is mensen simpelweg verschillende dingen belangrijk vinden, en verschillende waarden zwaarder laten wegen. En dat zal ook altijd zo blijven.
Als dit zo is, dan werpt zich de vraag op: hoe kunnen we constructief en vreedzaam samenleven, zonder dat we het ooit over alles eens zullen worden? Dit is misschien wel de grootste uitdaging waar de mensheid voor staat.
Een belangrijke eerste stap hiertoe is volgens mij begrijpen hoe het morele landschap in elkaar steekt. Ons brein loopt er graag de kantjes vanaf door van de wereld een soort Disneyfilm te maken, met een simpele tweedeling tussen helden en schurken. In de werkelijkheid strijden niet zozeer goed en kwaad met elkaar, maar verschillende waarden. Want dat is het lastige: dingen die op zichzelf goed en waardevol zijn, kunnen met elkaar botsen: orde en vrijheid; gelijkwaardigheid en autoriteit; genot en gezondheid; individuele autonomie en maatschappelijk belang; welvaart en milieubescherming; privacy en veiligheid. En natuurlijk slapen en wakker zijn. Ook daar valt allebei wel iets voor te zeggen.
In plaats van de ander te veroordelen als slecht, kunnen we beter proberen te begrijpen vanuit welke waarde deze persoon denkt en handelt. Mogelijk zijn we het daarna nog steeds met diegene oneens, maar wel zullen we vermoedelijk inzien dat zijn of haar overtuigingen niet voortkomen uit koelbloedige kwaadaardigheid.
Dezelfde Jonathan Haidt heeft een interessant onderzoek gedaan met liberalen en conservatieven in Amerika. Hij legde beide groepen stellingen voor zoals: ‘Een onschuldig dier pijn doen is verschrikkelijk.’ Of: ‘Als bepaalde groepen op hun plaats zouden blijven, zouden we minder problemen hebben.’ De liberalen en conservatieven werd gevraagd hoe ze over deze stellingen dachten. Maar interessanter: hun werd ook gevraagd hoe ze vermoedden dat het andere kamp over deze stellingen dacht.
Hoe accuraat was hun beeld van de ander? Weliswaar schatten ze de richting van andermans antwoorden goed in, maar ze overdreven de verschillen schromelijk. De liberalen zaten er met hun inschatting nog het verst naast. Tot hun verrassing bleek dat conservatieven het ook niet top vinden als een onschuldig dier wordt gepijnigd.
Meerdere onderzoeken ondersteunen de vondst dat linkse/progressieve mensen over het algemeen kwader denken over rechtse/conservatieve mensen dan andersom. Daarin schuilt een zekere ironie: links-progressieve mensen zien zichzelf als empathischer en ruimdenkender, maar schieten daar juist bij de beoordeling van hun politieke tegenstanders vaker in tekort.
Dus minder veroordelen als slecht of dom, en meer proberen te begrijpen. Daar oefen ik zelf ook mee, en dat gaat steeds beter. Bijvoorbeeld: vroeger had ik bij iemand als Thierry Baudet meteen m’n oordeel klaar, in de trant van: ‘Dit is een slecht mens.’ Tegenwoordig probeer ik me in zo iemand te verplaatsen en stel ik mezelf de vraag: ‘Hoe is deze randdebiel aan deze achterlijke ideeën gekomen?’
Nogmaals: ik zit nog in de oefenfase.
Ik zou graag willen eindigen met een prachtcitaat van Alexander Sozjenitzin, een Russische schrijver die de goelag overleefde: ‘Meer en meer ben ik gaan beseffen dat de scheidslijn tussen goed en kwaad noch door staten loopt, noch tussen klassen, en ook niet tussen politieke partijen – maar dwars door elk menselijk hart.’
Dit is toch een topquote? Ik snap niet dat deze nooit in de Quote 500 staat.
Afijn, dat was het. Ik hoor je denken: ‘Het is jammer dat de Timtation Nieuwsbrief Deluxe zo weinig gelezen wordt onder Israeli’s en Palestijnen. Dan was al dat gedoe zo opgelost.’ Inderdaad. En de grootste tragiek is nog wel: zelfs als ze wel stonden ingeschreven, dan was er nog een aanzienlijke kans dat deze email in hun spam-folder was beland. Dus ja, de obstakels tot wereldvrede zijn groot. Maar ik geef de moed niet op. Ik hoop jullie ook niet.
Alle goeds, Tim