Columns
‘Deze column werd oorspronkelijk verstuurd op via de Timtation Nieuwsbrief Deluxe.’
Het EK voetbal en het einde van de kosmos
‘Deze column werd oorspronkelijk verstuurd op 21 juni 2021 via de Timtation Nieuwsbrief Deluxe.’
Als voetbalsupporter heb je aan mij weinig tot niks. (Ik had bijna geopend met: ‘Als voetbalsupporter heb je aan mij net zoveel als aan Frank de Boer als bondscoach’. Boem! Maar toen ging ik twijfelen of het nou Frank of Ronald was.) Misschien is mijn gebrek aan voetbalinteresse te wijten aan mijn eigen mislukte voetbalcarrière. Drie jaar speelde ik bij de club RKAVIC, van mijn achtste tot mijn tiende. In die tijd ben ik regelmatig gescout, alleen niet als talent. Terwijl m’n vader of moeder aan de zijlijn stond, hebben ze meermaals ouders van de tegenpartij horen zeggen: ‘Moet je dat jongetje daar zien, die bakt er helemaal niks van.’
Ik weet eigenlijk niet hoe m’n ouders daarop hebben gereageerd. Hopelijk niet met: ‘Haha inderdaad, wat een loser! Gelukkig is dat niet mijn kind. Sterker nog, mijn kind zit hier helemaal niet tussen zie ik nu. Tijd om naar huis te gaan.’
Achteraf zou ik dan ook graag m’n excuses willen aanbieden aan mijn vroegere teamgenoten. Ik herinner me een uitwedstrijd tegen FC Abcoude. Er was een jongetje van de tegenpartij dat bijzonder lekker rook. Misschien was het een sterk geurende wasverzachter, misschien had ik te maken met het enige basisschoolkind uit de hele menselijke geschiedenis dat parfum droeg. In elk geval probeerde ik steeds zo dicht mogelijk bij hem in de buurt te komen, zodat ik zijn hemelse aroma kon inhaleren. Achteraf weet ik niet wat eigenaardiger is: als achtjarige parfum dragen, of een tegenspeler volgen omdat-ie lekker ruikt. Wat ik wel weet is dat het niet per se mijn taak was om hem te dekken. Dus het is een veilige conclusie om te stellen dat het ten koste is gegaan van mijn positiespel.
Hoe dan ook: als Nederland meedoet met het EK of WK loop ik daar dus niet warm voor. (Figuurlijk gesproken uiteraard. Niet dat ik in de waan leef dat ik toch ineens het veld op kan worden gestuurd.) Dat gebrek aan voetbalenthousiasme probeer ik voor mijn omgeving meestal te verhullen. Bijvoorbeeld voor mijn vriendin, die misschien geen Oranjekoorts heeft, maar toch zeker verhoging. En het is voor haar ook niet leuk om samen te kijken met iemand voor wie het ‘gewoon maar een spelletje’ is. Dat is een beetje alsof je een spannende film kijkt met iemand die de hele tijd zegt: ‘Het is allemaal niet echt, hè. Dat zijn gewoon acteurs.’
Het meest nog verhul ik het voor mijn buurman, die jeugdtrainer is bij Ajax en wiens balkon behangen was met een gigantische Oranjevlag. Nu had ik een voorzorgsmaatregel getroffen. Bij aanvang van het EK had ik bij mijn fitnesstrainer wat informatie ingewonnen om me te redden in situaties dat het over voetbal gaat. Dat was een goede zet, want al na die eerste moeizame wedstrijd tegen Oekraïne liep ik mijn buurman tegen het lijf. Wijdbeens wachtte ik m’n moment af en zei toen vol zelfvertrouwen: ‘Tja, dan mis je toch gewoon iemand als Virgil van Dijk.’ Precies zoals ik had geoefend. Toen het gesprek langer doorging dan ik had geanticipeerd, heb ik in blinde paniek dezelfde opmerking nog een keer gemaakt.
Ik denk dat ik er mee weg ben gekomen.
Bij de laatste wedstrijd tegen Tsjechië was ik alleen thuis. Ik keek zoals een middelbare scholier zijn huiswerk leert: uit angst dat er misschien een onverwacht SO over komt. Ik keek ook maar half, met geluid uit terwijl ik een boek las, af en toe een blik werpend op het scherm.
Het boek dat ik las – leuk dat je het vraagt – was Tot het einde der tijden van de Amerikaanse natuurkundige Brian Greene. Het gaat over zijn perspectief op de betekenis van dit alles, het bestaan, de kosmos, maar ook over de afloop van dit universum.
Spoiler alert: er zijn verschillende scenario’s waarop het universum kan eindigen, maar geen daarvan is al te vrolijk. De meest onheilspellende mogelijkheid noemen fysici de Big Rip. In een notendop: de mysterieuze kracht die donkere energie wordt genoemd, is een soort zwaartekracht die afstoot in plaats van aantrekt. Het vermoeden is dat deze energie verantwoordelijk is voor het uitdijen van het heelal. Nu komt het: mocht deze energie sterker worden dan de krachten die alles bij elkaar houden, dan kan het weefsel van de ruimtetijd zelf uiteenrijten. Vandaar de Big Rip. Wat er dan nog bestaat aan planeten, sterren, aan mensen of andere organismen, is vanzelfsprekend de pineut. Om Greene te citeren: ‘Je zwelt op en scheurt uiteindelijk in stukken, net als alles en iedereen.’
Het goede nieuws: dit is niet het meest waarschijnlijke scenario, en het zou sowieso pas over ruim tachtig miljard jaar plaatsvinden. Dus ik zou er m’n vakantieplannen niet voor omgooien.
Zo zat ik even verzonken mijn boek. Toen ik opkeek naar het tv-scherm zag ik oranje geschminkte mensen op de tribune met beteuterde gezichten. Aan de andere kant stonden mensen in het wit te juichen en te springen.
Het was een aparte ervaring om het te zien met het geluid uit. Nog meer dan normaal had ik het perspectief van een buitenstaander. En ik realiseerde me: deze uitkomst is inherent aan de logica van voetbal. Aan het begin van de avond heeft iedereen er zin in. Aan het einde van de avond is de ene helft in een topstemming, de andere helft is half-depressief. Terwijl, als ik zou uitgaan met een groep vrienden, en de avond zou voor de helft uitlopen op een vernederende teleurstelling, dan beschouw ik dat niet als een geslaagde avond. En als ik van tevoren zeker wist dat het zo zou gaan, dan zou ik er überhaupt niet aan beginnen.
Misschien kwam het ook door het boek dat ik las. Vanuit een kosmisch perspectief is het altijd zo duidelijk dat we in hetzelfde schuitje zitten. De aarde is ons reddingsbootje in een onherbergzame oceaan van ruimte. Is het dan niet zonde als we op dat reddingsbootje allemaal activiteiten ondernemen waarbij de ene helft blij is ten koste van de andere? Waarom doen we niet iets wat voor iedereen leuk is? Samen met de Tsjechen een filmpie pakken. Een hut bouwen. Of met z’n allen naar een escape room. Ik noem maar wat. Desnoods nodigen we die Tsjechen uit om mee te doen met de Nijmeegse Wandelvierdaagse. Daarbij is iedereen een winnaar.
Maar toen ik zag hoe twee huilende Oranjefans elkaar innig omhelsden, begon ik alweer te twijfelen. Waarschijnlijk biedt de gedeelde rouw om een voetbalwedstrijd nog altijd een prettig stukje afleiding tegen het vrij absurde besef dat we in een universum leven dat zichzelf op een dag misschien wel aan stukken scheurt. Zonder enig overleg met de bewoners van dat universum.
Dus als je aankomend WK iemand met een al te manische blik in zijn ogen ‘HUP HOLLAND HUP!’ ziet schreeuwen: goede kans dat ik het ben.
Alle goeds, Tim